Vorige week had ik het zijdelings over CAT-tools en vertaalgeheugens. Hierover in deze post meer. Laten we gelijk in het diepe springen. CAT staat voor Computer-Aided Translation. Het is een programma speciaal ontwikkeld om de vertaler te helpen bij het vertalen. Dit zit net even anders in elkaar dan Google Translate.

Er zijn een aantal verschillende CAT-tools, SDL Trados en MemoQ, om maar even twee grote namen te noemen, ontwikkeld door verschillende bedrijven die allemaal ongeveer hetzelfde doen: zinnen uit bronteksten en vertalingen daarvan opslaan in een geheugen. Net zoals je een Word-document opslaat op je harde schijf, zo zorgt dit programma ervoor dat de vertaling en de brontekst van die vertaling bij elkaar komen in een geheugen. Dit ‘vertaalgeheugen’ kun je opslaan, bijwerken, verwijderen, leeghalen en weer opnieuw vullen met bronteksten en vertalingen. Idealiter is dit geheugen lekker vol met vakspecifieke bronteksten en vertalingen, zoals handleidingen van medische apparaten, of huurcontracten, of recepten, of jaarverslagen en ga zo maar door. Dit soort teksten bevatten veelvuldig terugkerende formuleringen en dezelfde woorden, waardoor het voor de vertaler heel fijn is om niet constant dezelfde dingen te moeten typen en als hij even niet op de goede formulering kan komen, staat dat al in het geheugen.

Het vernuftige van dit geheugen zit hem in het feit dat tijdens het vertalen van een tekst de ene zin uit de brontekst wordt gekoppeld met de vertaling die de vertaler invoert in het programma. Zo ontstaat er een geheugen gebaseerd op al eerder door een vertaler vertaalde zinnen en niet op losse woorden uit een machinevertaling zoals Google Translate doet. Deze zinnen worden opgedeeld in ‘segmenten’. Dit doet het programma zelf. Een vertaler hoeft alleen maar te kijken of dit goed is gedaan en eventueel een segment aan te passen, als het segment hem niet zint (het programma kan bijvoorbeeld een enter als een zinseinde beschouwen en de rest van de zin in een nieuw segment neerzetten).

Een vertaler werkt dus met een vertaal-tool in een vertaalgeheugen dat is geordend in segmenten. Deze segmenten zijn bronzinnen en doelzinnen van teksten. Als veel verschillende vertalers in een vertaalgeheugen werken en het geheugen vaak opslaan en er weer nieuwe dingen in zetten, raakt het programma soms ‘in de war’. Bronsegmenten sluiten niet meer altijd aan op de juiste doelsegmenten. Als de vertaler in het geheugen zoekt naar een vertaling van een zin, kan het dus zijn dat hij die niet kan vinden doordat de segmenten uit elkaar getrokken zijn. Een van mijn klusjes als stagiaire in Engeland was het bij elkaar zoeken en corrigeren van deze segmenten in het vertaalgeheugen. Daar is een speciaal programmaatje voor ontwikkeld binnen de CAT-tool om dit te vergemakkelijken. Dit programmaatje genaamd WinAlign gebruikte ik om de segmenten weer netjes op elkaar aan te laten sluiten. Niet het meest interessante werk van de vertaler, maar oh, wat zijn ze blij als hun vertaalgeheugens weer netjes op orde zijn!